Schrijver aan het woord
Matthijs Meeuwsen over 'Wij zijn de nacht'...
'Wie 'Een slijmzoen voor je oma' heeft gelezen, weet dat ik heel graag schrijf over diersoorten die zich buiten ons blikveld bevinden. Bij de dieren in mijn eerste kinderboek was hun PR-probleem echter te danken aan hun habitat: in de oceaan, vaak kilometers diep. In 'Wij zijn de nacht' draait het om dieren die een stuk minder afgelegen leven – op ons eigen gezicht zelfs! – maar die we niet zien vanwege het simpele feit dat zij wakker zijn als wij slapen.
Dat ik heel graag een boek wilde maken over nachtdieren zoals de doeroecoeli, de wimpermijt, de hamerkopvleerhond en de goudmol is niet alleen omdat je deze schepsels zelden tot nooit in (kinder)boeken tegenkomt. Het komt ook omdat ik me diep van binnen zelf altijd een nachtdier heb gevoeld. Het is dat ik sinds de geboorte van mijn zoontjes met tegenzin moet meedraaien volgens het schema van de ochtendmensen, een walgelijk mensensoort dat helaas maar al te dominant is in onze maatschappij. Het liefst zou ik gewoon de rest van mijn levensdagen tot diep in de nacht wakker blijven. Omdat die intense wereld van overdag dan wordt gevangen onder een lekker donzig duisterdeken, waardoor ook in mijn drukke kop eindelijk de rust neerdaalt.
Het is dan ook geen toeval dat het idee voor dit boek in de nacht ontstond, toen ik me ineens afvroeg welke wezens er nog meer wakker zouden zijn. Meteen had ik ook de wens om het hele boek op zwart papier en in witte letters te laten drukken, een idee dat gelukkig de eindstreep heeft gehaald. De illustraties van Paco Vink vind ik wederom fantastisch (zie alleen al zijn magistrale schubdier!). Maar waar we in het vorige boek bewust ook die kakelbonte leefgebieden van de zeedieren wilden uitlichten, staan hier enkel de dieren zelf in de schijnwerpers. Minder opsmuk en kleur dus, maar hopelijk wel de sfeer alsof je zelf met een zaklamp door de jungle banjert. Hierdoor kunnen zelfs al die ochtendmensen een keer ervaren hoe wonderschoon de nacht kan zijn.'