Schrijver aan het woord
Marte Jongbloed over '1300 bommen in 13 minuten'...

'Geschiedenis was vroeger een van mijn lievelingsvakken. Een van de leukste dingen van het schrijven van historische jeugdliteratuur is dat je onderzoek moet doen. Van die research geniet ik enorm. Ik lees dan eerst ontzettend veel over de periode waar ik over wil schrijven en dan interview ik een historicus die er veel over weet. Ik vraag dan bijvoorbeeld: “Kan het dat mijn personage dit of dat heeft gegeten?” of “In welke wijk zou mijn personage misschien hebben gewoond?” Het is heel interessant om samen met zo’n expert te praten over het leven van vroeger.
Het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 moet verschrikkelijk zijn geweest. Natuurlijk wist ik dat wel al, maar toen ik research deed voor mijn nieuwste historische jeugdroman merkte ik pas echt hoe vreselijk die dag en de dagen erna waren. Bij elk dagboekfragment dat ik erover las en bij elk ooggetuigenverslag dat ik beluisterde, dacht ik: “Dit is zo erg dat ik er eigenlijk geen jeugdboek over kan schrijven.”
Gelukkig ontdekte ik ook dat in die dagen veel Rotterdammers alles op alles zetten om elkaar te helpen en hun stad te redden. En juist omdat er in al die ellende ook mooie dingen gebeurden, kon ik een verhaal schrijven over Joop. Joop is net dertien als de stad wordt gebombardeerd. Terwijl hij door Rotterdam loopt, op zoek naar zijn familie, maakt hij mee wat er op verschillende plekken in de stad aan de hand is. Joop heeft niet echt bestaan. Ik heb hem en zijn familie verzonnen. Maar alles wat Joop ziet en meemaakt is wel echt gebeurd tijdens die meidagen.
Rotterdam werd dit jaar precies 85 jaar geleden gebombardeerd. Er zijn niet veel mensen meer die het echt hebben meegemaakt. Ik heb mijn boek laten lezen aan een bekende Rotterdammer, Koos Postema, die er wel bij was. Hij heeft een boek en een podcast gemaakt over zijn herinneringen aan het bombardement. Ik vond dat hij er heel goed en aangrijpend over schreef en vertelde. Koos Postema stuurde me via zijn dochter een kort briefje. Daarin stond:
'Ik las dit boek achter elkaar uit. En ik wist alles weer: de geluiden van de vliegtuigen, de stofwolken waardoor je niks zag, mijn moeders hand die de mijne grijpt. Marte Jongbloed heeft het bombardement op Rotterdam mooi beschreven door de ogen van een fictieve jongen die door de brandende straten rent. Ik kan het weten, want ik rende daar echt.'
Ik was erg blij met dit compliment. Maar eigenlijk is het heel verdrietig wat hij schrijft. In plaats van dat compliment had ik liever gewild dat Koos Postema en al die andere Rotterdammers dat bombardement nooit hadden meegemaakt. Door het schrijven van dit boek ben ik ook meer gaan nadenken over kinderen in oorlogssituaties van nu. Zo zie je maar dat boeken over vroeger ons vaak ook iets vertellen over vandaag.'