Schrijver aan het woord
Linda Dielemans over 'Koningsspel'
Toen ik begon met schrijven, voelde Koningsspel een beetje oncomfortabel. Normaal gesproken spelen mijn boeken zich af in de prehistorie, en dan heb je geen geschreven bronnen die je vertellen hoe het leven toen was. Je hebt alleen maar voorwerpen en vindplaatsen. Geen probleem, dat ben ik
als archeoloog gewend. Maar dit boek speelt in de twaalfde eeuw. Ná Christus. En toen schreven mensen er al vrolijk op los… Maar de wereld van de Lewis-schaakstukken, waar dit boek over gaat, bleek ontzettend interessant, en er was ook genoeg archeologie om in te duiken. Ik wende er dus al snel aan. Gelukkig maar, want ik heb er heel veel plezier aan beleefd!
Eigenlijk was dit onderwerp het idee van Sanne te Loo, de illustrator. Zij was de Lewis-schaakstukken via via op het spoor gekomen, en werd op slag verliefd. Omdat we samen al eerder een boek hadden gemaakt (Brons: over glimmende schatten in mistige moerassen), deelde ze haar idee met mij. Ik kende de schaakstukken wel, al had ik nooit zelf bedacht om er een boek over te schrijven. Maar ze zien er zo grappig uit, met die grote ogen en bezorgde gezichtjes, dat ik hun verhaal al bijna kon horen door alleen maar naar ze te kijken.
In het boek zitten drie verhaallijnen: die van de vinder van de schaakstukken in de negentiende eeuw, van de maker in de twaalfde eeuw, en van de schaakstukken zelf. Juist omdat de stukken zo expressief zijn, vond ik dat eigenlijk heel logisch. Het zijn korte verhaaltjes, prachtig geïllustreerd door Sanne, maar natuurlijk zit er veel meer achter. Op allerlei manieren houden ze verband met de avonturen van de middeleeuwse hoofdpersoon; waar ze is en wat ze meemaakt. Ik hoop dus dat mijn
lezers een beetje van puzzelen houden!