Eigenlijk schieten woorden te kort voor dit bijzondere, magische, kunstzinnige tekstloze prentenboek. Er valt ontzettend veel te zien en te bleven in dit boek en dat allemaal in een wat grauwe, grijze, voornamelijk zwart-witte omgeving waarbij de illustraties alleen maar uit strepen, krullen, lijnen, kleine vormen (zoals driehoeken) en stippen bestaan. Misschien lijkt het je zo op het eerste gezicht wat donker, maar zodra je het verhaal in duikt, weet je beter...
Dat 'Zwerveling' een verhaal bevat, wordt op de eerste bladzijde in de zes vakjes goed zichtbaar. Twee mensen vouwen van papier een bootje en op de volgende bladzijde zie je een boot en het papieren bootje. Als je goed kijkt, zie je de twee personen die het bootje vouwden ook op het schip, maar je moet wel goed zoeken. Met deze twee personen is ook wat bijzonders aan de hand; ze stralen allebei iets geheel anders uit- ze zijn precies het tegenovergestelde. Maar eigenlijk mag je dat zelf invullen als kijker. Als je verder bladert in het boek, zie je dat het bootje een avontuurlijke, adembenemende reis maakt. Het bootje komt van alles tegen in zee en op zee, waarbij later in het verhaal op sommige platen de twee personen die het bootje te water lieten, weer zichtbaar zijn. De reis die het bootje maakt, lijkt soms super realistisch, maar ook vaak heel fantasierijk en dus totaal niet realistisch. Je ziet er namelijk (zee)dieren, boten, rivieren, zeeën, natuurverschijnselen (bv. onweer) maar ook monsters en vreemde fantasiewezens. Als het bootje dan uiteindelijk ergens aankomt (wat zeker niet zonder slag of sloot is gebeurd), lijkt dat de eindbestemming lijkt te zijn. Je kunt niet anders dan verbaasd zijn; grote kans dat je eigenlijk alleen maar terug wilt bladeren om te kijken of je niet iets over het hoofd hebt gezien.
Dat dit boek bekroond is met een Zilveren Penseel (2020) is niet zo vreemd. De illustraties zijn zo uniek dat deze zeker een bekroning waard zijn. De ene illustratie is haast futuristisch en een andere is weer heel sprookjesachtig en bij alle bladzijden lijkt dezelfde techniek gebruikt. Of Peter Van den Ende nou streepjes of stipjes maakt, alle illustraties bestaan uit heel veel details (zowel de details in één afzonderlijk object als de details in grotere objecten die uit meerdere objecten bestaan) en er is sprake van één geheel.
Niet alleen een boek om uren in te verdwijnen en alles in je op te nemen. Juist ook een boek met een kleine diepere laag, want op iedere reis gebeuren er mooie dingen én minder mooie dingen, maar als je doorzet, kom je er wel. Uiteraard valt er veel meer uit te halen. Dit is wat ik eruit haal; een ander ziet weer andere dingen. Dat maakt dit tekstloze prentenboeken zo krachtig.
Door de stijl van de tekeningen die donker zijn en haast magisch, is dit boek het meest geschikt vanaf een jaar of 6. En dat is fijn, want zo zijn er ook gelukkig tekstloze prentenboeken die oudere kinderen nóg meer uitdagen dan andere tekstloze prentenboeken. Je kunt eigenlijk voor elke leeftijd wel iets oefenen aan vaardigheden of het inzetten in je les, maar dit boek leent zich bij uitstek voor de midden-en bovenbouw.
Kijk hier voor meer tips om te lezen wat je met een tekstloos prentenboek kunt doen.
Auteur: Peter van den Ende
Jaar: 2019
Genre: tekstloos prentenboek
Leeftijd: 6+
Uitgeverij: Querido
*wat mij betreft onterecht gelabeld met 'strip' door de bibliotheek.