Dit boek valt direct op vanwege de kaft: een lichtgroene achtergrond met een meisje in het midden en achter haar iets wat eruitziet als een monster in een bijzondere aantrekkelijke sfeer. En als je dan begint met lezen, pakt het verhaal je meteen: wat is dat vreemde geluid dat de hoofdpersoon in dit boek hoort?
Het verhaal gaat over Winde die net verhuisd is en nu in een plaats woont waar ze niemand kent, maar waar ze als gezin wel dichterbij het ziekenhuis zijn waar haar broertje Freddie soms in het ziekenhuis moet blijven. Winde voelt zich alleen zo zonder schoolvrienden en besluit tuinschatten te zoeken samen met haar hondje Snuf, maar dan wordt Snuf plotseling meegenomen door vier kinderen omdat hij met zijn neus kan speuren. Hiermee start het spannende fantasierijke avontuur: een missie de diepe Wildernis in samen met vier de Wilderlingen Haas, Raaf, Vos en Muis. Ze gaan op zoek naar gestolen spullen en de vijfde Wilderling Beer en komen bij een monster uit...
Een fijn zelfleesboek voor kinderen vanaf 7 a 8 jaar door de korte zinnen, de humor, de vele kleurige, groenige illustraties van Rebecca Bagley en de fantasierijke omgeving. De illustraties maken het verhaal nog beter te begrijpen en zijn er in diverse maten, klein en groot. Extra leuk zijn het plattegrondje voorin en het stappenplan achterin om zelf een hut te bouwen.
De fantasie in dit boek is onder andere goed te merken als Winde over de loopplank loopt en alles net even anders lijkt. Heel fijne kleine verschillen met de echte wereld, waardoor het net even meer pakt en kinderen zal boeien die wel van zulke verhalen houden vol avontuurlijke fantasie. De wat verder gevorderde lezer die van diepgang houdt, zal deze diepgang zeker vinden in het verhaal, want het monster en de weg naar het monster toe is niet makkelijk, maar elk monster (binnen of buiten) is te verslaan.
Een verhaal over vriendschap, doorzetten, angsten en samenwerken. Die thema's komen sterk naar voren in dit boek, in woord en beeld.