Dat de Tweede Wereldoorlog zijn sporen heeft nagelaten op veel plekken in de wereld, is wel duidelijk. Maar dat de Tweede Wereldoorlog op Texel zo (kortstondig) heftig is geweest, weet niet iedereen.
Erg fijn dat er boeken zijn die zo duidelijk vanuit een kind verhalen beschrijven die op waarheid gebaseerd zijn. En dan ook nog erg toegankelijk over zo'n heftige tijd voor kinderen vanaf een jaar of 10.
Hans woont in Amsterdam en daar is tijdens de laatste maanden van de oorlog weinig meer te eten. Hij moet aansterken van zijn ouders op Texel bij de oom (meester Jan) en tante van zijn beste vriend Herman. Zo heeft zijn zieke zusje ook nog eens meer eten. Op Texel is alles beter, er is meer eten en er zijn minder (hevige) gevechten. Hans wil niet weg en vindt de weg ernaartoe vreselijk, maar ontdooit steeds iets meer. Na aankomst kan zijn lijf het eten niet aan en wordt hij ziek. Niet zo gek na al die waterige stamppotsoep met alleen wat meel en veel water, waar ze op moesten leven. Hans bouwt een band op met hond Bruno en vindt steeds meer zijn draai. Hij blijft op zijn hoede voor de soldaten en vindt het vreemd dat meester Jan zo aardig doet naar de soldaten. Plotseling lijkt het na een hevige nacht vrede: de Duitsers zijn verdreven door hun eigen Russische/ Georgische mankrachten. Iedereen is blij. Toch is die blijdschap van korte duur. Er breekt een heftige strijd uit tussen de nieuwe Duitse troepen en de nog aanwezige Russische troepen. Het klem zitten van de bevolking tussen de strijdende Russen/Georgiërs en Duitsers is goed in beeld gebracht.
Een aangrijpend spannend en realistisch verhaal; een indrukwekkend, heftig verhaal. De Duitse zinnen zijn voor kinderen misschien nog wat lastig, want niet elk woord/ elke zin wordt duidelijk uit de context.