Dit theaterleesboek bevat dertig verschillende samenleesverhalen over vroeger; over heel lang geleden 11000 voor Christus tot 1958 na Christus. Er staan twintig verhalen en tien moppen in, die eigenlijk allemaal relatief korte verhaaltjes zijn. Het interessante aan dit theaterleesboek is dat er steeds een kort stukje informatie over vroeger duidelijk wordt aan de hand van het verhaal; een klein stukje geschiedenis in één verhaal dat je samen met iemand anders, als een echt theaterstuk, leest.
De verhalen zijn gekoppeld aan diverse tijdvakken en zijn als een rollenspel weergegeven. Na het verhaal lees je in een tekstvlak kort wat informatie over dat tijdvak of over de gebeurtenis of het personage uit een bepaalde periode. Soms wordt een term gebruikt zoals vermeld in de Canon van Nederland, denk aan hunebedden en de VOC. Andere keren worden andere termen of namen van personen gebruikt die te linken zijn aan een bepaalde periode. Achtereenvolgens lees je over jagers en boeren, hunebedden, trechterbekervolk, de Romeinen in Nederland, Germanen, Karel de Grote, Vikingen in Dorestad, de slag bij Vlaardingen, het begin van de Nederlandse taal, Graaf Floris de Vijfde, ontdekkingsreizigers, Leids ontzet, Willem van Oranje, Hugo de Groot, Tachtigjarige oorlog, de VOC, herbergen in de achttiende eeuw, Eise Eisinga, Eerste kinderliteratuur, Napoleon, Kinderarbeid, eerste spoorlijn in Nederland, Aletta Jacobs, Stormvloed, dierendag, crisisjaren, Tweede Wereldoorlog, waternoodsramp, invoering AOW en tot slot de eerste televisieprogramma's. Een heel gevarieerd geheel aan verhalen waarbij de (meest) belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van Nederland kort in interessante dialogen worden uitgelegd. Soms lees je het verhaal als een terugblik vanuit een klas bijvoorbeeld en andere keren lees je vanuit personages uit een bepaalde tijd. Die afwisseling maakt het een aantrekkelijk boek. Uit het ene verhaal leer je iets meer dan een ander verhaal, maar een boek als dit zorgt niet alleen voor meer leesplezier door samen te lezen, maar kan ook dienen als start als een bepaalde periode in de geschiedenis in de klas centraal staat of als kinderen meer willen weten over een bepaalde periode.
Elk verhaal bevat kleine of grotere illustraties van Helen van Vliet die de sfeer of de gebeurtenis in het verhaal net even meer lading geven. Het vrolijkt het verhaal een beetje op of het laat juist de grauwheid van een periode zien door het kleurgebruik.
Mocht je theaterlezen nog niet kennen: bij theaterlezen verdeel je onderling de rollen in een verhaal. Bovenaan een verhaal zie je staan welke rollen er zijn. Bij meer dan twee rollen, moet je onderling de rollen goed verdelen, zodat je toch allebei evenveel leest. Het is aan te raden om het verhaal even door te bladeren om te zien of je de tekst een beetje gelijk kunt verdelen. Een leuke bijkomstigheid van theaterleesboeken is dat je na het lezen nogmaals de teksten kunt lezen en een voorstelling kunt geven waarbij je samen de tekst bijvoorbeeld aan een groepje of aan de klas voorleest. Het is ook goed opletten geblazen; je moet goed meelezen, want voor je het weet is de ander klaar met lezen en weet je niet meer waar je bent. Dat houdt de lezers er dus goed bij.