Een grappig, lief verhaal met veel onverwachte wendingen.
Obi woont op Het Eind met zijn vader en moeder. Naast hem woont zijn opa in Kasteel Kaneel. En daar weer naast woonde gravin Balloria in Villa Pavlova, maar die is net overleden en nu wonen er net nieuwe bewoners. Obi is erg nieuwsgierig wie de nieuwe bewoners zijn en gaat op onderzoek uit. Hij ontdekt tapirs! Zijn opa weet meer en legt hem alles uit. Obi bouwt een band op met de kleine tapir, Tito. Als Obi en Tito in de bosvijver gaan zwemmen, worden ze gespot door boswachter Bonifaas de Proost. Vanaf dat moment verandert alles. De papa en mama tapir, papir en mapir, worden gevangen en moeten naar China. Tito weet te ontkomen en Obi zet alles op alles om mapir en papir te redden.
Het verhaal is een heerlijk, spannend en hartverwarmend avontuur. De band die tussen Obi en Tito ontstaat, is erg mooi beschreven. Verder zorgt de humor die in het boek zit ervoor dat het boek niet weg te leggen is. De manier waarop Tito praat en de momenten waarop hij met poep gooit, maken het extra vermakelijk. De taal is vaak grappig met uitspraken als 'hij lag te ronken als een nijlpaard'. Daarbij is het contrast tussen hoe opa en vader zijn een mooi steeds terugkerend iets in het verhaal.
De vele grappige speelse illustraties, maken het boek af. Ze verduidelijken het verhaal goed of ze vullen juist de tekst aan en komen dus in plaats van de tekst. De kaart voorin is een leuk extraatje. Je ziet zo nog beter voor je hoe de drie huizen naast elkaar liggen.