Tien verhalen, acht gedichten en één strip, geschreven door topauteurs, die allemaal met iets groens te maken hebben. Erg verrassend en afwisselend!
Een ideaal voorleesboek: gewoon elke dag één verhaal voorlezen in de klas (of thuis) en daaromheen diverse passende activiteiten bedenken (de natuur in, gedichten maken, de natuur naar binnen halen, groene acties bedenken voor je eigen buurt, vogels tekenen en er een boek van maken, etc.). Je spreekt met dit boek alle kinderen in je klas aan. Is het niet met het ene verhaal dan is het met een ander verhaal. De afwisseling zit niet alleen in de onderwerpen, ook de gedichten die erin staan én de strip zorgen voor een fijn geheel.
De verhalen gaan onder andere over een duik in de onderwaterwereld (met spannende reddingsactie), een toverballetje dat een klas middenin een bos brengt (met grappige, magische gebeurtenissen), een verkiezing voor een nieuw schoolplein (groen of minder groen?), een stadskabouter die laat zien dat elk groen grassprietje telt (en die helpt bij het schrijven van een betoog: handig!) en natuurlijk nog veel meer verhalen over het klimaat, de natuur, vogels, vroeger en in de toekomst.
Erg geestig dat Sanne Rooseboom Bob Popcorn (van schrijver Maranke Rinck) noemt in haar verhaal. Het verhaal van Esther Walraven ontroert. Voor wie van wedstrijden en challenges houdt, zijn er de verhalen van Mirjam Mous en Evelien Feltzer. Mevrouw Koekoek, uit het verhaal van Jacques Vriens, is erg grappig. Planeet Grond van Marc ter Horst is futuristisch. Voor de geschiedenisliefhebbers is het verhaal van Arend van Dam een aanrader. Voor vogelliefhebbers zijn de verhalen van Mijke Pelgrim en Tineke Honingh erg boeiend. Voor magieliefhebbers is het verhaal van Janneke Schotveld aan te raden. En kinderen die houden van strips, zullen blij zijn met het komische verhaal van Iris Boter.
Elk verhaal bevat een mooie, grote, zeer toepasselijke illustratie en soms nog wat kleinere illustraties van Marja Meijer. De prachtige gedichten hebben ook een passende illustratie die allemaal net even anders zijn dan de illustraties bij de verhalen.
Meest geschikt voor de bovenbouw, maar zeker ook aan te raden als voorleesboek vanaf groep 5. Sommige woorden of algemene kennis kennen of hebben nog niet alle kinderen in groep 5. Dus kijk goed wat past bij je klas. Wij hebben dit boek al uitgeprobeerd in de vakantie als voorleesboek en samenleesboek met een kind van 8 dat de meeste verhalen erg interessant, grappig of leuk vond en veel zelf mee kon lezen.