Dit is het tweede verhaal over Kapitein Knut. Het eerste verhaal heette Kapitein Knut en de stomme schaduw. Voor kinderen die het eerste boek hebben gelezen en daar veel plezier aan hebben beleefd, is dit boek weer een waar feestje.
In het voorwoord 'Welkom in mijn boek' maak je direct kennis met Kapitein Knut. Hij is de dapperste van alle kapiteins en hij heeft een hond Django. In dit boek beleeft Kapitein Knut een nieuw absurd avontuur. Volgens Kapitein Knut zelf is het een echt gebeurd verhaal en als je dat niet gelooft dan vindt hij dat je eigen probleem. Zulke informatie maakt meteen nieuwsgierig. Als je het boek uit hebt, kun je heel goed zelf bepalen wat echt gebeurd zou kunnen zijn en wat niet. Die combinatie van feiten in een bijzonder fantasierijk verhaal, is sterk uitgewerkt, door de tijdreis die Kapitein Knut maakt. Kapitein Knut is jarig en er landt een tijdgeest op zijn hoofd. Die moet hij terugbrengen, anders schopt de tijdgeest de tijd en zijn verjaardag in de war. De reis die Kapitein Knut maakt gaat langs mammoeten, robots, aapmensen en dinosauriërs; allemaal bekende aspecten uit de geschiedenis (of toekomst). Het stukje over de aapmensen zal wellicht niet passen in de gedachtewereld of overtuigingen van kinderen, maar door de combinatie van de diverse feiten uit de geschiedenis, is dat stuk juist passend in dit boek. Hoe Kapitein Knut van de ene tijd naar de andere reist, is elke keer anders en origineel uitgewerkt. Niet alleen simpelweg via een zee, maar bijvoorbeeld ook via grotten of zwarte gaten. Heel vindingrijk.
Met korte zinnen, veel dialogen en grappige woorden of zinnen (bijvoorbeeld zo maar tussendoor 'Django laat een scheetje' of een blije reactie van de robots 'BLIEP BLIEP BOERA') is de schrijfwijze prettig, wat de leesbaarheid vergroot. De taal daarbij is heel soms wel wat kortzichtig, zoals 'stelletje stinkballen', of 'ze stinken uit hun bek'. De illustraties zijn eigenzinnig en hebben vooral zachte kleuren. Alleen Kapitein Knut is al grappig om te zien met alleen een onderbroek, sokken en een masker of zijn behaarde oom Bongo, die op verjaardagsvisite komt.
Door de combinaties van de bijzondere illustraties en de grappige tekst, is dit een boek dat vlot leest en grappig is. Dit verhaal is een ideaal zelfleesboek voor kinderen vanaf 8 jaar die wel wat van bizarre, eigentijdse verhalen houden. Maar je kunt het boek zeker ook vanaf een jaar of 6 voorlezen.