'Weet je wat ik later worden wil?’
Vroeg de eik aan de beuk.
‘Nee,’ zei de beuk, ‘wat dan?’
Zo begint dit boek. Twee bomen, de eik en de beuk, met elkaar in gesprek over wat ze willen worden. Steeds verder in het verhaal bemoeien steeds meer bomen zich met het gesprek: de berk, de knotwilg, de populier, de fijnspar, de esdoorn, de treurwilg, de es en de paardenkastanje.
Een prachtig leerzaam prentenboek, want kinderen komen er op deze manier achter dat er verschillende soorten hout zijn die dus van verschillende soort bomen komen. De gesprekken tussen de bomen zijn prachtig uitgewerkt. Erg mooi om te lezen hoe de bomen verbaasd kunnen reageren en met prachtige ideeën komen om elkaar verder te helpen met wat ze later kunnen worden. Niet altijd kan een boom worden waar hij van droomt; als de beuk een eikenhouten kastje wil worden, zegt de eik ‘dat kan niet, jij bent een beuk’. De eik komt vervolgens met een mooie oplossing: ‘een beukenhoutenkastje of een beukenhouten eettafel’.
Het boek bevat soms wel wat lastige woorden, zoals vermolmen en geveld. De treurwilg legt gelukkig best vaak en beeldend uit wat vermolmen en geveld betekent. Aan het eind van het boek zie je dat de treurwilg helemaal aan het vergaan is. Zo kun je, naast alle uitleg van de treurwilg, de conclusie trekken wat deze woorden betekenen, maar voor sommige kleuters is dat best lastig.
Mooi is ook het verloop van de tijd. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de seizoenen, maar ook aan het feit dat er ineens jaren voorbij zijn. Dat geeft aan hoe lang een boom wel niet nodig heeft om te vermolmen. Prachtig gedaan!
Achterin het prentenboek staat per soort boom nog wat extra informatie. Een welkome aanvulling voor de voorlezer!
De illustraties zijn heel sfeervol: prachtige houtsnedes. Heel passend bij het verhaal, bij de bomen én de sfeer die dit boek ademt.