Een aangrijpend boek over een meisje dat opgroeit zonder ouders en op een kostschool in Engeland moet gaan wonen.
Het verhaal start wat langzaam. Je leert eerst uitgebreid Willemina Silver en haar familie en vrienden kennen in Zimbabwe. De sfeer is mooi uitgewerkt. Je krijgt een goed beeld van haar leven in Zimbabwe met haar vader en de anderen. Will heeft het naar haar zin. Maar als haar vader overlijdt, wordt ze naar een kostschool gestuurd in Engeland ze mist haar vrienden, in het bijzonder Simon, haar aapje en haar paard. Op de kostschool heeft ze het zwaar. Ze ziet er ook echt uit als een wild meisje en wordt gezien als vies en wild. Ze wordt gepest en ze vlucht. Ze beleeft allerlei bijzondere dingen en vindt uiteindelijk iemand om bij te schuilen. Zal ze sterk genoeg zijn om terug te gaan?
Eigenlijk is het wel jammer dat de tijd in Engeland maar ongeveer de helft van het boek is, maar voor een volledig beeld is het fijn dat de tijd in Zimbabwe aandacht krijgt.
Het is een verhaal over liefde, familie doorzettingsvermogen, er wel of niet bij horen, anders zijn of nog beter: jezelf zijn. Een verhaal over voor jezelf zorgen, over culturen en landen, over elkaars wereld begrijpen en begrip krijgen voor elkaar.
Een mooi boek voor de bovenbouw en ouder. Het onderwerp is toegankelijk gemaakt, maar het taalgebruik is soms wat ingewikkeld. Zeker een mooi boek, maar niet het beste boek van Katherine Rundell wat mij betreft.