'Alles wat voor anderen maar alledaags was, werd wonderbaarlijk in Vega's ogen.'
Dit boek laat je meevoeren in een waanzinnig fantasierijk en warm avontuur. Alleen de voorkant nodigt al uit, niet per se vanwege de kleuren, maar wel vanwege alle details die te zien zijn. Als je het boek dan vervolgens openslaat, spreken de beelden en wil je het eigenlijk in één keer uitlezen.
Je maakt eerst kennis met het bijna tienjarige meisje Vega dat allemaal fantasiewezens ziet. Het is zo echt beschreven dat je zelf bijna het idee hebt dat al die wezens echt zijn voor haar. Ze ziet overal dieren, gewone dieren, zoals zebra's en ijsberen, maar ook onbekende wezens zoals de asfaltbever, de tuimelfluiters en viervinvoeters. Vega groeit op op Giraffeneiland met haar vader die deze wezens niet ziet en op een gegeven moment ook steeds afweziger wordt. Na een paar hoofdstukken wisselt het perspectief en maak je kennis met de onderzoekende Nelson die alles over voornamelijk dieren opschrijft in zijn notitieboekje 'Nelsons Wetenswaardige feiten'. Niet geheel verrassend is dat deze twee kinderen elkaar ontmoeten, maar de plek waar ze elkaar ontmoeten is wel verrassend (want ze zitten notabene bij elkaar op school): in de tuin van Vega's opa, Hektor. Vega is zo graag bij opa, want ook hij ziet vreemde wezens en ze mag bij hem zijn wie ze is. Heel begrijpelijk, want deze opa sluit je direct in je hart, wat een lieve man (ook al is hij duidelijk een beetje de weg kwijt). Nelson en Vega bouwen een prachtige vriendschap op, waarbij Nelsons grote hond Florrie en opa Hektor een prachtige rol spelen. Rollen die van belang zijn voor het verloop en het gevoel bij het verhaal. Het verhaal draait niet zo zeer om de vriendschap en beestjes alleen; Vega's vader heeft een nieuwe vriendin en die zorgt voor problemen. Vega ziet haar vader in ijs veranderen, allemaal door deze ijskoningin Viola. Daar wil Vega wat aan doen. Ze gaat op zoek naar haar moeder, de dochter van opa, die ze zich niet kan herinneren. Het startpunt van die zoektocht is niet zo moeilijk, want Nelson en Vega ontdekken in Hektors parafernalium, de garage vol prullaria, een aanwijzing over een circus. En hoe toevallig: Vega heeft sinds kort een penvriendin Jenna die in een circus woont en binnenkort op het Vasteland is, vlakbij Giraffeneiland. Samen met opa (die het fijne niet weet van de zoektocht), hond Florrie en Nelson, gaat Vega op zoek in de hoop antwoorden te vinden bij Jenna. Deze zoektocht is beeldend en heerlijk sprookjesachtig en vooral positief uitgewerkt.
Het boek barst van de mooie taal, soms misschien wel iets te mooi en iets te beeldend, en daarom juist voor oudere kinderen een heerlijk boek om zelf te lezen. Maar die beeldende taal maakt dit boek bij uitstek ook een heel fijn voorleesboek. Extra leuk zijn de titels van de hoofdstukken met allerlei feitjes over verschillende dieren en die weetjes lees je dan ook in dat hoofdstuk. Dat gaat heel natuurlijk in de gesprekken die gevoerd worden tussen de personages en voelt absoluut niet gemaakt. Naast die prachtige taal kun je verder samen verdwalen in de beeldschone, magische, eigenzinnige illustraties en je vergapen aan de fantasierijke dieren en de sferen die de illustraties uitstralen. Er valt op de grote supergedetailleerde illustraties zo veel te zien; je kijkt je ogen uit en het voegt net even dat beetje toe aan het verhaal waardoor het nog mooier en magischer wordt.
Door de krachtige uitwerking van de personages, de humor, de onverwachte wendingen en de betoverend mooie en illustraties, is dit boek meer dan een aanrader.
Auteurs: Sofia Chanferau en Amanda Chanfreau
Vertaler: Sophie Kuiper
Jaar: 2024
Genre: fictie
Leeftijd: 10+
Uitgeverij: Lannoo