Een beklemmend, meeslepend en aangrijpend verhaal dat gaat over de twaalfjarige Henriettta en zich afspeelt aan het begin van de vorige eeuw.
Henry (Henrietta) is verhuisd vanuit Londen naar Huize Hoop, een oud gebouw aan zee, aan de rand van een geheimzinnig bos. Ze is hiernaartoe gekomen om opnieuw te beginnen, samen met haar moeder, vader, Biggetje (baby zusje) en haar juf Jane, nadat haar broer overleed bij een brand in Londen. Ieder gezinslid worstelt op zijn of haar eigen manier met het verlies, waardoor de problemen alleen maar groter lijken te worden Haar moeder is erg depressief en haar vader is steeds op reis voor zijn werk. Henry probeert samen met het de kokkin en haar juf het gezin bij elkaar te houden en dat als kind. En één iemand vertrouwt ze niet: de dokter van haar moeder...
Henry raakt op al snel in de ban van het geheimzinnige bos naast hun huis en gaat daar meerdere keren naartoe. In het bos heeft ze meerdere bijzondere ontmoetingen. Ontmoetingen die haar troosten, maar die haar soms ook angst aanjagen. En zijn al die ontmoetingen wel echt of droomt ze het? Hoe verder je komt in het boek, hoe meer de geheimen van het bos worden ontrafeld.
Je voelt Henry's pijn en verdriet net als de onmacht als haar familie uit elkaar dreigt te vallen. De ontwikkeling die Henry doormaakt, is erg sterk uitgewerkt: van het onwetende tot het wetende, geestelijk volwassen meisje. Door de zware thematiek in dit boek (rouw, verlies, depressie, schuldgevoel etc.) is het best een pittig boek, maar wel een boek waarin alles niet mooier voorgedaan wordt dan het is. Dit verhaal schetst een eerlijk beeld. Door de sprookjesachtige setting en schrijfwijze, is dit een zeer meeslepend, troostend en aantrekkelijk verhaal.