'Als ik aan het legoën ben, moet ik aan hem denken. En volgens mij ook aan mijn vader.'
De twaalfjarige Lolly (die eigenlijk Wallace heet), woont met zijn moeder in een flat met veel gebreken. Zijn ouders zijn gescheiden, zijn moeder heeft nu een vriendin en zijn broer is overleden bij een schietpartij. De wereld waarin Lolly leeft, is bijzonder. Het is een wereld waarin het moeilijk is om je staande te houden als je anders bent. Lolly vlucht in het bouwen van een fantasiestad met zijn lego. Die lego krijgt hij van Yvonne de vriendin van zijn moeder die werkt in een winkel met lego. Het bouwen met lego helpt hem om met zijn boosheid en verdriet om te gaan. Zelfs op de naschool mag hij een heuse stad bouwen in de opslagruimte, want thuis passen zijn bouwwerken niet meer. Als dan plotseling het bijzondere meisje Big Rose ook komt bouwen met zijn steentjes in de opslagruimte, ontstaat er eerst meer boosheid en later juist een vriendschap. Het ontstaan van die band is mooi uitgewerkt, net als de band met Lolly's beste vriend Vega. Ondertussen spelen er allerlei dingen, zoals het in elkaar geslagen worden, het gevoel hebben aan te moeten sluiten bij een bende en Yvonne wordt opgepakt, waarbij steeds het overleven centraal staat.
Eigenlijk draait het hele verhaal voornamelijk om overleven en om omgaan met rouw; om het overlijden van een dierbare. Het boek geeft antwoord op meerdere vragen. Hoe ga je om met de dood van je oudere broer? Hoe geef je dat een plekje? Hoe houd je je dan ook nog eens staande in een wereld van bendes? Hoe ga je om met gescheiden ouders?
Heel mooi hoe in dit boek de kracht van fantasie en creativiteit zichtbaar wordt gemaakt. Daarnaast wordt de zwarte cultuur in specifiek New York, zoals de schrijver dit zelf benoemt in zijn dankwoord, goed in beeld gebracht. Dat er nog steeds racisme is en dat niet iedereen hetzelfde wordt behandeld is treurig, maar goed dat er in kinderboeken aandacht aan wordt besteed. Je kunt je alleen wel afvragen in hoeverre dit beeld realistisch is voor kinderen in Nederland. Dit is namelijk een typisch Amerikaans boek, wat het voor sommige kinderen die dit lezen een ver-van-je-bed-show maakt. Het boek speelt zich af in New York, de wijk Harlem. Elke dag is er wel ergens een schietpartij, jonge kinderen (en anderen) komen makkelijk aan een pistool en de omgang en taal is daardoor niet helemaal passend bij wat wij hier in Nederland gewend zijn. Veel echt Amerikaanse dingen zijn hetzelfde gebleven in de vertaling, zoals elkaar aanspreken met 'brother' en 'girl'. Wellicht had het nóg meer vertalen naar het Nederlands het boek sterker of in ieder geval toegankelijker gemaakt, maar dat het boek totaal anders gemaakt....