Een ontroerend, hartverwarmend verhaal over een vriendschap en onvoorwaardelijke liefde tussen een ijsbeer en een elfjarig meisje. Maar het gaat over meer dan dit. Het verhaal gaat vooral over doorzettingsvermogen en een bijdrage leveren aan het verbeteren van het klimaat. Hoe klein die bijdrage ook is of hoe jong je ook bent, alles helpt.
Meteen als je start met lezen, heb je al het idee dat het een bijzonder verhaal is. April groeit op met haar vader, haar moeder is jaren geleden overleden, maar haar dood hangt nog steeds als een vage denken om hen heen. Loslaten is moeilijk. Iets wat op meerdere manieren steeds terugkomt in het boek.
Als Aprils vader naar Bereneiland moet voor zes maanden, lijkt dat een goed plan. Weg van alles, de herinneringen en het er niet bij horen op school. De zes maanden op Bereneiland worden bijzondere maanden. Ze wonen met z'n tweetjes op het eiland. Vader gaat zijn eigen weg met zijn werk en April ook. April gaat op ontdekkingstocht op het eiland, geniet van de natuur en ontmoet een gewonde ijsbeer. Ze besluit hem te helpen en noemt hem Beer. Ze bouwen samen een band op. Beer lijkt haar enige echte vriend; hij is de enige die haar begrijpt. Ze praten samen op hun eigen manier, April leert brullen als een beer, ze verkennen samen het eiland en zoeken troost bij elkaar. Als April doorheeft dat Beer hier niet hoort en terug moet naar Spitsbergen, waar meer ijsberen leven, gaat ze een gevaarlijk plan uitvoeren, dat grote gevolgen heeft.
Dit is zo'n boek dat je niet loslaat. Je wordt in het verhaal gezogen door de prachtige taal en setting. Je wilt deel uitmaken van de vriendschap van Beer en April. Het liefst zou je willen dat het verhaal echt gebeurd zou zijn en in het begin lijkt dat haast zo, maar al gauw heb je door dat dat niet zo is. Door de bijna levensechte illustraties heb je ook de indruk dat het echt gebeurd is.
Goed om zelf te lezen vanaf 10 jaar, maar ook een voorleesaanrader.