Een prachtig warm verhaal over de band tussen twee broers en over anders zijn.
De tienjarige Josh heeft een broer; een grote kleine broer, Jadran. Jadran is zestien en verstandelijk beperkt of beter gezegd 'buitengewoon'. Als ze samen een jonge, gewonde kraanvogel vinden, wil Jadran hem terugbrengen naar waar hij hoort: bij zijn familie in Spanje. De gewonde kraanvogel krijgt een naam, namelijk Spriet en wordt eerst goed verzorgd op het balkon bij Jadran en Josh thuis. Als de kraanvogel hersteld is, besluiten ze de Spriet te leren vliegen. Als Josh, door een impulsieve actie van Jadran, van de brandladder valt, gaat het mis en krijgt het verhaal een andere wending. Josh moet naar het ziekenhuis en Jadran moet uit huis geplaatst worden, want het is niet verantwoord hem thuis te laten wonen. Jadran besluit actie te ondernemen en met een tractor haalt hij Josh en Spriet op om samen naar het Zuiden te reizen, want broers horen bij elkaar. De gesprekken die ze dan met elkaar voeren zijn erg mooi, naast de beschrijving van de 'vlucht'.
De band tussen de broers is sterk uitgewerkt, hoewel de verantwoordelijkheid die Josh voelt voor Jadran best zwaar is. Daarnaast heeft Josh heel goed door dat Jadran anders is, maar zeker niet gek. Jef Aerts heeft krachtig uitgewerkt hoe Josh hiermee omgaat. Dit boek maakt niet alleen goed duidelijk hoe ingewikkeld het is om met iemand die verstandelijk beperkt is, te leven, maar het laat juist ook de positieve, mooie kanten zien. Verder speelt de vogel een mooie verbindende factor, wat het helemaal af maakt.
Prachtig hoe Jef Aerts laat zien dat de broers Josh en Jadran bij elkaar horen en dat niets hen kan scheiden. De taal die Jef Aerts hiervoor gebruikt, is beeldend en sterk; soms prachtig poëtisch.
De illustraties van Martijn van der Linden passen goed bij het verhaal; ze maken de sfeer compleet.