Heerlijke versjes in een boek vol tegenstellingen met rijm en humor.
In dit boek staan 32 versjes, allemaal over dieren, ondersteund door prachtige, heldere, grote, kleurrijke illustraties van Mies van Hout.
De dieren staan veelal groot en lijnrecht tegenover elkaar; twee dieren die eigenlijk zo op het eerste gezicht heel erg op elkaar lijken, maar juist zo anders zijn. En juist daar gaat het om: tegenstellingen. Op de ene bladzijde staat bijvoorbeeld de gifslang (gevaarlijk) afgebeeld en op de andere bladzijde de regenworm (ongevaarlijk). Ze zijn zo afgebeeld dat alleen kleur en de details ervoor zorgen dat je ziet dat het om een ander dier gaat. Een ander voorbeeld: op de ene bladzijde staat de lenige dolfijn afgebeeld en op de andere bladzijde de logge potvis. Je ziet verschil (lening en klein), maar zeker ook overeenkomst (waterdieren).
In elk versje, kort of lang, komt de aard van het beestje erg duidelijk naar voren. Dat maakt dit boek zo krachtig. Je hebt de tekst nodig om het afgebeelde dier te begrijpen en de tekst heeft de illustratie nodig om het beeld compleet te maken. De ene tegenstelling is wel wat moeilijker dan de andere. Zo is stout en braaf heel duidelijk, maar rusteloos en geduldig (en voorzichtig en besuisd) zijn moeilijkere begrippen. Gelukkig is daar het versje dat heel fijn uitlegt en schetst wat rusteloos dan bijvoorbeeld is.
Door de boeiende rijm, het fijne ritme, de humor en de simpele pakkende taal, heb je zo de luisteraars op je hand. Ook al staan er dus tegenstellingen in die minder helder zijn voor de jongste kinderen (zo op het eerste gezicht). Een ideaal voorleesboek om aan kleuters voor te lezen: wat kenmerkt nu het ene dier en wat het andere dier? Wat maakt ze hetzelfde en wat maakt ze verschillend? Waarin herkennen kinderen zichzelf?
Tips nodig om aan de slag te gaan met dit boek in je klas? Ga naar www.miesvanhout.nl voor doe-tips en tekenworkshops.