Op een eenvoudige manier laten Koos Meinderts en Annette Fienieg je kennis maken met verschillende mensen uit verschillende landen die samen in één straat wonen en wel in de straat van de auteurs zelf. Aan de hand van korte gedichten van vier regels met in elk gedicht een nieuw of minder bekend woord, maak je kennis met diverse bewoners in één straat. De vrolijke, zachte illustraties van de huizen staan op de linkerbladzijde en de bewoner is afgebeeld onder het gedicht. Elk huis en elke bewoner heeft zichtbaar eigen kenmerken. Heel mooi gedaan.
Dit boek laat goed zien dat niet iedereen hetzelfde is en dat iedereen anders is. Elk huis is anders, elke bewoner is anders en elk 'thuis' is anders. Je ontmoet Dikke Dame, Arie B., Mooie Molly, Jan, Palanka, Cowboy Henkie, Tante Truitje, Af-en-Toe, Alie Kruik, Kokkiewokkie en Koos en Annette. Elke persoon heeft iets grappigs, iets liefs, of iets stoers. Zo staat het huis van Arie B. vol met dure spullen; er staan allemaal spullen opgestapeld in zijn huis. Het huis van Tante Truitje is dan weer helemaal van wol en zelf gemaakt door Tante Truitje en is de deurklink een knoop. De doorzonwoning is weer geestig gevonden, want een vissenkom met een schelp als kachel ín het water is wel erg creatief bedacht.
Je kunt dit boek gebruiken voor het oefenen van diverse vaardigheden, zoals woordenschat, rekenen, en burgerschap. Maar je kunt het ook gebruiken als startpunt voor creatieve lessen: zelf een huis bouwen, de binnenkant van een huis tekenen, met Mooie Molly meedansen of één been of liedjes zingen die passen bij de heimweeliedjes van Palanka.
Vragen die je kunt stellen naar aanleiding van dit boek: Welk huis is groter? Kun je de huizen op volgorde van klein naar groot aanwijzen? Welke huizen zijn niet vierkant of rechthoekig en heel anders dan de standaard huizen? In welk huis zou jij wel willen wonen? Hoe worden huizen bij jou in de straat genummerd? Wat maakt een huis voor jou een thuis?