Een mooi en warm verhaal vol rijke taal, humor en fantasie, voorzien van prachtige illustraties.
De tweeling Beer en Faas krijgen een oppas want hun vader gaat een tijd op reis, naar allerlei verschillende landen om piano te spelen. Omdat de moeder van Beer en Faas ook graag werkt, komt oppas Olga voor de jongens zorgen. Dat begrijpen de jongens niet, want ze kunnen toch best zelf op elkaar en zichzelf passen? Al snel wordt op een grappige manier duidelijk waarom de jongens dát dus echt niet kunnen. Olga blijkt het ook niet zo goed te kunnen, althans, de jongens maken het haar waarschijnlijk te ingewikkeld. De volgende oppas is Stella, ook wel Staal genoemd, nadat ze de jongens op een dag uit school haalt met haar stalen ros. Zij houdt het wél vol en kan de identieke tweeling al snel uit elkaar halen. Niet zo gek want ze maakt de jongens wijs dat ze op de tweelingacademie heeft gezeten. De creativiteit en de reacties van Stella zijn erg grappig en vindingrijk. Zo'n oppas wil iedereen wel. Het boek werkt toe naar een muzikaal optreden van Beer, Faas en Staal dat zij houden als de vader van Beer en Faas weer terugkomt. Die weg ernaartoe is vaak grappig en niet voor de hand liggend. Heel vindingrijk.
Dit is een eenvoudig leesbaar boek vol met fantasie, rijke taal, humor en een prachtig samenspel tussen de tweelingjongens. De taal is zeer toegankelijk, ook al staan er soms wat woorden in die een lezer wellicht niet goed kent, de betekenis van deze woorden wordt haarfijn uitgelegd door de context. Daarnaast worden uitdrukkingen soms letterlijk geïnterpreteerd door de jongens, wat weer grappige situaties oplevert.
Kinderboeken over tweelingen komen nog te weinig voor. Des te fijner dat dit boek er is. Mocht je zelf moeite hebben de twee jongens uit elkaar te halen, dan moet je goed letten op wie wat doet. Zo tekent Faas heel veel, het liefst de hele dag door en bouwt Beer graag met Kapla. Daarnaast worden veel andere thema's kort aangestipt, onder andere een vader die weg moet voor het werk, wennen aan een oppas, een sport beoefenen, muziek leren spelen en talenten.
De kleurrijke tekeningen van Esther Leeuwerik maken het hele verhaal af. Haar stijl is goed te herkennen aan de zwierige halen en haren en aan de herkenbare gezichtsuitdrukkingen. De tekeningen vullen het verhaal aan en geven net even een extra laag. Heel toepasselijk en mooi.
Een aanrader om voor te lezen vanaf een jaar of 6 en goed zelf te lezen vanaf een jaar of 8.